Voor de helft van de hardlopers is tien km de favoriete wedstrijdafstand (50 procent). Op de tweede plaats staat de halve marathon en op de derde plaats 5 kilometer. Dit  blijkt uit onderzoek van NN, hoofdsponsor van de NN Marathon Rotterdam. Zij keken naar de motivatie, frequentie en doelstellingen van ruim 1.100 Nederlandse hardlopers

De marathonafstand is slechts voor drie procent van de hardlopers weggelegd. Hiermee blijft het lopen van de 42 kilometer een bijzondere prestatie. En een ding waar we allemaal over eens kunnen zijn: trainen voor je eerste (halve) marathon kan vreselijk eng zijn. (Je hoort tenslotte ook bij die overige 24 procent van de hardlopers.) Om je een hart onder de riem te steken hebben we twaalf angstaanjagende momenten van het proces voor de (halve) marathon op een rijtje gezet. Want je staat er niet alleen voor. We zijn allemaal bang. Maar dat moment dat je over die finishlijn komt is onbeschrijfelijk!

1. Registreren!

Maak je geen druk als je een uur met je muis over de knop ‘aanmelden’ blijft zweven, dat doen we allemaal.

2.In jezelf geloven

Aangemeld? GEWELDIG! Nu komen de twijfels. Je gaat vaak genoeg bij jezelf nadenken of je die 21,1 of 42,195 km kan lopen. Houd je gewoon aan je trainingsschema en focus op vandaag. Morgen zie je wel weer verder.

3. Verveling

Sommige mensen lopen zonder afleidingen en kunnen prima uren achterelkaar hardlopen. De rest van ons heeft afleiding nodig, want laten we eerlijk zijn, soms kan het heel saai zijn. Van afspeellijsten, luisterboeken tot podcast, vind een manier waarop je het interessant kan houden. En laat niemand je schuldig voelen als je afleiding nodig hebt. Doe wat voor jou werkt.

4. Schuurplekken

Schuurplekken. Misschien heb je ze al eens gehad, misschien (nog) niet, maar vroeg of laat ga je ze krijgen. Maar de juiste zalf tegen schuurplekken voelt alsof je de loterij hebt gewonnen!

5. Tijd vinden om te trainen

Trainen voor een halve of hele marathon kost tijd, veel tijd. Het is net een baan, waar je voor betaalt… Sociale verplichtingen, slaap, vrije tijd om Netflix te kijken, vergeet het maar. Het zal voelen als een baan, maar wel een hele toffe baan!

6. Spierpijn

Trap omhooglopen? Is te doen. Trap omlaag lopen? Auw! Je voelt spieren waarvan je niet wist dat je ze had. Traplopen zal dus heel lastig worden.

7. Angst

Bang voor de man met de hamer? Bang dat je ‘m niet uitloopt? Of bang voor een ander scenario? Stop met nadenken. Er zijn zoveel mogelijke manieren waarop je kan falen, maar hier heb je op dit moment helemaal niks aan doen. Weet dat wat er ook gebeurt, je het nu in ieder geval probeert. Als je het niet haalt, komt er wel een andere (halve) marathon op je pad. Zo niet? Dan niet!

8. Prestatiedruk

Alsof het trainen al niet pittig genoeg is, voel je ook de druk van je vrienden, familie en collega’s. Je hebt anderen nu vertelt dat je dit gaat doen, dus nu moet je het ook doen. Toch? Fout. Je doet het voor jezelf. En elke dag dat je traint is een dag geslaagd. De dag van de wedstrijd is de kers op de taart! Meer niet.

9. Het aftellen

Het komt steeds dichterbij. Eerst leek het nog zo ver weg en had je zeeën van tijd om je voor te bereiden, maar opeens heb je nog een paar weken of dagen. Heb je goed genoeg getraind? Gaat het lukken? Waarom gaat de tijd opeens zo snel?

10. Je kleding uitzoeken voor de dag

De vuistregel is: draag niets nieuws op de dag van de wedstrijd en geef je wedstrijdoutfit een paar testrondjes. Zolang je je comfortabel en zelfverzekerd voelt, is dat allemaal belangrijk.

Training voor je eerste (halve) marathon kan eng voelen. Maar het zwaarste deel is de reis ernaartoe. Maar vergeet niet, de enige manier waarop het mislukt is als je het niet probeert. Alles is mogelijk als je maar in jezelf gelooft.